Op deze website geven we u informatie over de rechten en plichten van de franchisegever en de franchisenemer op grond van de Nederlandse Franchise Code.
U vindt de Nederlandse Franchise Code hier:��Nederlandse Franchise Code. De franchisecode, afgekort: “NFC”, bestaat uit duidelijke aanwijzingen hoe de relatie tussen franchisegever en franchisenemer vorm moet krijgen. Er is veel geschreven over de code en er bestaan verschillende meningen. De beste manier om een oordeel over de code te vormen, is om deze zelf te lezen. De NFC en de toelichting zijn goed leesbaar. Dit duurt een half uur tot een uur.
We geven u hier als volgt informatie over de Nederlandse Franchise Code:
- Wat is de Nederlandse Franchise Code?
- Waarom een Nederlandse Franchise Code?
- Stand van zaken Nederlandse Franchise Code
- Inhoud van Nederlandse Franchise Code
- NFC: Prognose en informatie voorafgaand aan de franchiseovereenkomst
- Zorgplicht van de franchisegever in de NFC
- Be��indiging van de overeenkomst conform NFC
- Concurrentiebeding en overdracht know how volgens de Franchise Code
Wat is de Nederlandse Franchise Code?
De Nederlandse Franchise Code is een gedragscode die is opgesteld door vertegenwoordigers van franchisegevers en franchisenemers. De code bevat rechten en verplichtingen voor de franchisenemer en de franchisegever.
Waarom een Nederlandse Franchise Code?
In Nederland bestaat, in tegenstelling tot veel andere landen, geen specifieke regelgeving voor franchiseverhoudingen. De verhouding tussen een franchisegever en een (kandidaat) franchisenemer is onevenwichtig. De franchisegever heeft een franchiseformule ontwikkeld en heeft hier ervaring en succes mee. Hij weet tot op zekere hoogte wat wel en wat niet werkt. De franchisenemer heeft deze kennis of ervaring niet. In de franchiseverhouding deelt de franchisegever deze kennis en ervaring met de franchisenemer. De franchisenemer betaalt een vergoeding en kan gebruik maken van de formule en de kennis en ervaring van de franchisegever. In veel gevallen gaat dat goed.��Maar elke persoon is van nature geneigd zijn eigen positie zo veel mogelijk te bevoordelen.��Dit gebeurt net zo zeer in franchiseverhoudingen. De franchisegever streeft dan zo zeer zijn eigen positie na, dat dit van een evenwichtige, vrije markt onderhandelingssituatie tussen twee ondernemers doorslaat naar misbruik van de onevenwichtige situatie. De franchisenemer wordt dan gebonden aan contractuele voorwaarden die onredelijk bezwarend zijn. In deze gevallen gaat de winst naar de franchisegever en draagt de franchisenemer alle risico’s. Als de franchisenemer heeft ge��nvesteerd in zijn franchisevestiging, dan kan hij het zich soms niet veroorloven om de relatie te be��indigen.
In de��Nederlandse wetgeving wordt in feite geen verschil gemaakt tussen een grote onderneming en een kleine ondernemer. De wet schiet daarin tekort. De rechten en verplichtingen van de Nederlands Franchise Code trekken deze scheve verhouding – voor franchiseverhoudingen -��recht door duidelijk te maken hoe de redelijkheid en billijkheid in de franchiseverhouding moet worden ingevuld. Vertegenwoordigers van zowel franchisenemers als franchisegevers hebben samen de NFC opgesteld om de punten waar het in de praktijk mis kan gaan, te verbeteren.
Stand van zaken Nederlandse Franchise Code
De NFC is in 2015 op aandringen van de minister van Economische Zaken vastgesteld door een commissie van branchevertegenwoordigers van franchisenemers en franchisegevers. In 2016 hebben enkele franchisegevers de code toegepast en hun franchiseovereenkomsten aangepast. Het merendeel van de franchisegevers heeft de NFC niet toegepast. Daarom heeft minister Henk Kamp begin 2017 besloten dat de code via de wet zou worden ge��mplementeerd.
Het wetsvoorstel tot implementatie van de Nederlandse Franchise Code is eenvoudig: de NFC wordt bij algemene maatregel van��bestuur aangewezen als wetgeving.��De franchisegever en de franchisenemer zijn in principe verplicht de aangewezen franchisecode toe te passen. Zij kunnen er ook samen voor kiezen om de NFC op onderdelen niet te volgen (“opt out”). De wet kent op dit moment een overgangstermijn van vijf jaar. Op 25 mei 2017 is de internetconsultatie��over het wetsvoorstel afgesloten. Onze reactie in deze internetconsultatie vindt u hier. De reacties van franchisegevers�� zijn overwegend negatief. De reacties van franchisenemers zijn zeer positief. Het wetsvoorstel moet nog naar de Tweede en Eerste Kamer.
De Raad voor de rechtspraak heeft zich verenigd met het wetsvoorstel en hier haar waardering voor uitgesproken. De Raad voor de rechtspraak vormt het bestuur van de rechtbanken, gerechtshoven en het CBb en CRvB. De raad heeft als opdracht te bevorderen dat rechters hun werk goed kunnen doen. Zij heeft aangegeven dat voor rechters die franchisegeschillen moeten beoordelen met de NFC duidelijker wordt waaraan moet worden getoetst. Het advies vermeldt onder meer: “Voorop gesteld wordt dat de formulering van een duidelijk(er) wettelijk kader voor franchising wordt toegejuicht.” U vindt het advies van de raad voor de rechtspraak hier:��advies van de Raad voor de rechtspraak.
Het Europees Parlement heeft op 12 september 2017 het rapport “Over de werking van franchise in de detailhandel”van de Nederlandse Europarlementari��r Dennis de Jong (SP)aangenomen. In het rapport wordt vastgesteld dat de Europese Erecode voor Franchising te weinig wordt gebruikt door franchisegevers. In het rapport verzoekt het Europees Parlement de Europese Commissie om actie te ondernemen om oneerlijke praktijken binnen franchiseverhoudingen in kaart te brengen en terug te dringen. daarbij moet worden aangehouden dat een franchiseovereenkomst “volledig moet beantwoorden aan de beginselen van een evenwichtig partnerschap”. U vindt het rapport hier:��rapport van Dennis de Jong. Het rapport en de vrijwel unanieme goedkeuring hiervan door het Europees parlement zijn een duidelijke aanwijzing dat niet alleen in Nederland behoefte is aan het herstellen van het evenwicht tussen franchisegever en franchisenemer.
Op 10 oktober 2017 werd bekendgemaakt dat er door het nieuwe kabinet voor franchise zal worden gekeken naar de “pre-competitieve fase” tussen de franchisegever en de franchisenemer. Pre-competitief betekent de fase voordat franchisegever en franchisenemer met elkaar in competitie treden. Dat is pas na afloop van de franchiserelatie. Het nieuwe kabinet lijkt zich hiermee te verbinden aan het initiatief van oud minister Kamp tot codificatie van de NFC.
Inhoud van de Nederlandse Franchise Code
De Nederlandse Franchise Code bevat 26 bepalingen. Deze bepalingen hebben betrekking op verplichtingen van de franchisegever en de franchisenemer. De franchisegever en de franchisenemer kunnen er voor kiezen om de franchise code niet toe te passen. Partijen moeten zo’n “opt out” in de overeenkomst motiveren. Omdat de opt out moet worden gemotiveerd, is de kans groter dat de franchisenemer zich er van bewust is dat hij afstand doet van een recht.
Wat zijn nu de belangrijkste punten van de NFC? Daarvoor is het van belang om eerst te kijken naar de knelpunten die in de praktijk bij franchiseverhoudingen kunnen ontstaan.
NFC: Prognose en informatie voorafgaand aan de franchiseovereenkomst
De franchisegever heeft de beschikking over veel informatie over de omzet die binnen de franchise wordt gedraaid. Met elektronische betaling en gegevensverwerking is er nog nooit zo veel bekend geweest over verschillen in koopgedrag tussen verschillende klantpopulaties, passende producten, prijsstelling, effect van aanbiedingen, e.d. Dit betekent dat de franchisegever vaak al over veel informatie van een franchisevestiging beschikt. Zeker bij bestaande franchisevestigingen, maar regelmatig ook bij op te richten vestigingen. De franchisegever heeft dan vaak al een vestigingsplaatsonderzoek gedaan waarbij de locatie en de lokale populatie in beeld is gebracht.
Als een franchisegever met een potenti��le franchisenemer in gesprek is over het sluiten van een overeenkomst,��geeft de franchisegever het liefst zo veel mogelijk positieve informatie en zo min mogelijk negatieve informatie. Zodat (i) de franchisenemer niet wordt afgeschrikt en (ii) de franchisegever op voordelige voorwaarden met de franchisenemer kan onderhandelen.
In de wet is niet vastgelegd welke informatie wel- en niet door een franchisegever moet worden verstrekt aan een kandidaat-franchisenemer. De franchisegever kan daarin zelf een keuze maken. Een franchisenemer kan daarbij niet overzien over welke informatie een franchisegever wel en niet beschikt. Als een franchisegever wel een prognose verstrekt, mag de franchisenemer er van uitgaan dat deze zorgvuldig is opgesteld. Ook als de franchisegever een extern bureau heeft ingeschakeld om de prognose te laten opstellen.
Op grond van artikel 3.4 NFC verstrekt de franchisegever de toekomstige franchisenemer correcte en zo volledig mogelijke schriftelijke informatie en documentatie binnen een redelijke termijn voor het sluiten van de betreffende overeenkomst.
Op grond van artikel 3.6 sub d van de NFC verstrekt de franchisegever bij voorkeur een zorgvuldig en transparant onderbouwde omzet- en kostenprognose, met een vestigingsplaatsonderzoek en/of beschikbare historische cijfers en een begrijpelijk onderbouwde en deugdelijke investerings- en exploitatiebegroting. Als er sprake is van een eerdere franchisevestiging in het rayon, moeten ook de historische gegevens over omzet- en resultaatgegevens van de vestigingsplaats en de reden van de be��indiging van de overeenkomst met de voorgaande franchisenemer.
De toelichting bij dit artikel vermeldt dat een alternatief is – als de franchisegever geen prognose kan of wil verstrekken – hij de franchisenemer de benodigde data verschaft zodat de (aspirant) franchisenemer zelf de prognoses kan (laten) opstellen.
Zorgplicht van de franchisegever in de NFC
Op grond van artikel 2.3 sub f van de NFC is de franchisegever verplicht op concreet schriftelijk verzoek van de franchisenemer schriftelijke en onderbouwde aanbevelingen te doen wanneer omzet en winst van de franchisenemer structureel en substantieel achterblijven, om te komen tot een verbetering van de winst.
Op grond van artikel 2.3 sub d moet de franchisegever zorgen voor de commerci��le, operationele en logistieke invulling van de franchiseformule.��De toelichting wijst er op dat de franchisegever ook vaak toegang geeft tot operationale, logistieke of IT systemen. Als de franchisegever en franchisenemer van mening verschillen, mag een franchisegever deze toegang niet beperken of moeilijker maken, om zijn zin over een bepaling of verplichting in de franchiserelatie door te drukken. Of een beroep van de franchisenemer op de franchiseovereenkomst te beperken. De toelichting noemt hierbij uitdrukkelijk de zorgplicht van de franchisegever.
Be��indiging van de overeenkomst conform NFC
Artikel 2.3 sub h schrijft voor dat een verzoek tot be��indiging of tussentijdse overdracht van de onderneming van de franchisenemer niet op onredelijke gronden mag worden verhinderd. Op grond van artikel 2.3 sub i NFC mag een franchisegever het sluiten van een tweede of volgende franchiseovereenkomst met een bestaande franchisenemer niet op onredelijke gronden weigeren. Dat mag volgens art. 2.3 sub j NFC ook niet met een rechtsopvolger van een bestaande franchisenemer.
Concurrentiebeding en overdracht know how volgens de Franchise Code
Op grond van artikel 1.7 van de NFC moeten non-concurrentiebedingen redelijk en proportioneel zijn ter bescherming van knowhow en recht doen aan de opgebouwde waarde. Als de franchiseovereenkomst non-concurrentiebedingen bevat die doorlopen na de be��indiging van de franchiseovereenkomst, moet daarbij beschreven zijn welke knowhow hiermee wordt beschermd. Knowhow wordt gedefinieerd als een geheel van kennis dat geheim is, wezenlijk en bepaald. De NFC maakt een onderscheid tussen knowhow en bedrijfsvertrouwelijke informatie. Bedrijfsvertrouwelijke informatie heeft – anders dan knowhow – een beperkte houdbaarheid en is vooral relevant binnen het kader van een bestaande samenwerkingsrelatie – maar niet daarna.
Hiermee wordt duidelijk gemaakt dat als de franchisegever echt toegevoegde waarde levert in de vorm van “echte” knowhow, deze ook bescherming verdient. Het tegendeel is ook waar, als blijkt dat de in het “geheime” concept van de franchisegever eigenlijk informatie wordt geleverd die geen toegevoegde waarde biedt aan de bedrijfsvoering van de franchisenemer, de franchisenemer vrij moet zijn om dezelfde werkzaamheden te blijven uitvoeren in de betreffende regio.
Conclusie NFC
De NFC verbetert de positie van de franchisenemer. Uit het vorenstaande blijkt dat dit niet ten koste van de redelijke positie van de franchisegever gaat. Alleen de franchisegevers die onredelijke eisen stellen of hun voorsprong in kennis en ervaring ten koste van de franchisenemer willen uitbuiten, gaan er door de NFC op achteruit.
Op dit moment is de Nederlandse Franchise Code nog geen wet. De Nederlandse Franchise Code is echter wel een weergave van hoe redelijkerwijs moet worden gehandeld in de relatie tussen de franchisegever en de franchisenemer. Daarbij is van belang dat deze is geschreven door vertegenwoordigers van franchisenemers en franchisegevers samen. Er kan dus in concrete gevallen een beroep op de code worden gedaan, omdat deze weergeeft wat zowel franchisegevers als franchisenemers redelijke omgangsvormen in franchise vinden. Nu de Raad voor de rechtspraak de Code heeft toegejuicht, is er een grote kans dat deze door de rechter wordt toegepast.
Het is vaak moeilijk te overzien waar nu precies het “omslagpunt” van een regel zit. Bijvoorbeeld door welke (extra) omstandigheid een contract onredelijk bezwarend wordt. Als u vrijblijvend wil sparren over de regels en de details van uw concurrentiebeding-zaak, kunt u contact opnemen. Dat kan direct op 06 52 67 59 57.
Jaap van Lynden is advocaat bij Coupry, gespecialiseerd in Samenwerken en Ontvlechten. Deze website heeft hij op persoonlijke titel ontwikkeld, om kennis over dit onderwerp te delen.